Bij het boerenprotest blokkeerden de boeren meerdere keren de doorgang op de rijksweg om hun eisen kracht bij te zetten.

Foto: Frank Magdelyn via pixabay

Provinciale Staten-verkiezingen: De overwinning van de BBB en de schone schijn

Het was wel duidelijk dat de BBB (Boer Burger Beweging) hoog zou scoren met de Provinciale Statenverkiezingen, maar dat de uitkomst zo zou verlopen, had waarschijnlijk niemand gedacht. Dat de partij zo hoog scoorde, heeft meerdere oorzaken, maar de belangrijkste is wel dat ze allerlei mooie beloftes doen, waar geen mens tegen zou kunnen zijn. Vrijwel alle zaken die “de kiezer” bezig houdt, hebben ze opgenomen in hun verkiezingsprogramma. Terwijl veel van die populaire doelen in het programma wel degelijk strijdig zijn met elkaar.

De schone schijn

Zo wordt in hun programma gesuggereerd dat “gezonde natuur” een belangrijke rol speelt (“gezonde bodem, gezonde planten, gezonde dieren, gezonde boeren, gezonde burgers, gezonde economie” enz. enz.), maar als het aankomt op echte keuzes, zoals de uitbreiding en bescherming van natuurgebieden, of het fors verminderen van het gebruik van bestrijdingsmiddelen, dan is de BBB fel tegen, en krijgt bijvoorbeeld nieuwe natuur van deze partij helemaal niet de ruimte die juist zo hard nodig is tegen klimaatverandering en voor natuurherstel. Want juist de aanleg van bossen kan een belangrijke bijdrage leveren tegen de opwarming van de aarde, en tegen verdroging. En het standpunt van de partij tegen het stikstof/klimaatakkoord is natuurlijk ook overduidelijk.

Boerenbedrijf

De BBB krijgt veel steun van de boeren, en dat heeft vooral te maken met het stikstofdossier, waarbij de politiek het steeds heeft over “gedwongen uitkoop van boeren”, zonder echt op korte termijn meer duidelijkheid te geven over welke bedrijven het dan betreft. En die onzekerheid heeft de BBB natuurlijk flink in de kaart gespeeld.

Het is ook heel begrijpelijk, dat als je een boerenbedrijf hebt, dat al generaties lang op dezelfde plek actief is, dat je bij het horen van de verhalen vreest voor je toekomst als boer.

De schaalvergroting van de afgelopen tientallen jaren, die vooral werd gestimuleerd door de RABO-bank en de veevoedergiganten, heeft de boerenbedrijven gedwongen tot forse investeringen (dus hogere schulden), terwijl aan de andere kant de supermarktketens het meest verdienden aan de verkoop van het vlees en de zuivelproducten. De boeren zelf werden daar niet per definitie heel veel beter van.

De bio-industrie

Anders is het bij de bio-industriële megastallen, waar zulke grote aantallen dieren worden gefokt, overduidelijk ten koste van het dierenwelzijn, dat er feitelijk geen sprake meer is van een boerenbedrijf, maar van een vleesfabriek met duizenden dieren. Als het gaat over “piekbelasters”, dan zijn dit wel de bedrijven die per direct gesloten zouden moeten worden.

Het blijft natuurlijk te bizar voor woorden, dat wij als klein land één van de grootste vleesproducenten ter wereld zijn. Maar wel ten koste van dierenwelzijn, de natuur en het milieu.

Het zou Caroline van der Plas sieren als ze hier ook een duidelijk standpunt in zou nemen, door afstand te nemen van de gang van zaken in de bio-industrie. Maar ongetwijfeld hebben de grote veevoederbedrijven ook flink bijgedragen aan de campagnekas van de BBB voor deze verkiezingen. Dus de kans is niet heel groot dat ze zich daar ooit negatief over zal uitlaten.

Feit is wel dat het hoog tijd is voor schaalverkleining, waarbij de kleinere boerenbedrijven wel de garantie hebben op een redelijk inkomen. Met minder dieren, meer dierenwelzijn, minder bestrijdingsmiddelen en zonder kunstmest, en in samenwerking met de natuur. Voor een ècht gezondere toekomst. En zonder valse beloftes.....

De cijfers volgens het CBS                                                                                                                                               

(BRON: https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2022/20/toename-bebouwd-gebied-ten-koste-van-landbouw)

Nederland kan op basis van de ecologische kenmerken van het landschap worden ingedeeld in verschillende ecosystemen. Bijna de helft (49 procent) van het oppervlak van Nederland heeft in 2020 een agrarische bestemming. Dit bestaat vooral uit akkers en weilanden. De categorie bebouwd beslaat bijna 24 procent van het landoppervlak. Hieronder vallen alle terreinen die grotendeels bebouwd of bestraat zijn, zoals bebouwing, bedrijventerreinen, wegen en andere infrastructuur, maar ook openbaar groen zoals parken. Zestien procent van het landoppervlak is natuur of half-natuur. Hier vallen zowel de beschermde heide en bossen van Natura 2000-gebieden onder, maar ook heggen en hagen met vaak een vorm van landschaps- of natuurbeheer, productiebossen en stukjes bos zonder beschermingsstatus. Ten slotte beslaan zoet en brak water en de kuststrook 11 procent van het Nederlandse grondgebied. (einde citaat CBS).