Vleermuizen en het Corona virus
Antwoord: Uit genetische vergelijking van 2019-nCoV met andere coronavirussen blijkt dat 2019-nCoV het meest verwant is (88% homologie) aan coronavirussen die gevonden zijn bij een soort hoefijzerneus (Rhinolophus affinis) in Yunnan provincie, China (zie ook: Lu e.a.2020). Echter, het verschil in verwantschap maakt het aannemelijk dat het virus niet direct uit vleermuizen komt, maar via een andere diersoort, een zogenaamde tussengastheer. Dan zou 2019-nCoV eerst van de vleermuis naar de tussengastheer zijn overgesprongen, en dan van de tussengastheer naar de mens.
We denken aan de mogelijkheid van een tussengastheer omdat die ook een rol speelde bij een andere coronavirusuitbraak, door SARS coronavirus. Bij SARS coronavirus was een belangrijke tussengastheer de gemaskerde palmroller (Paguma larvata), een Aziatisch roofdier dat in China geliefd is voor zijn vlees.
Antwoord: Dit komt waarschijnlijk door intensieve handel in wilde dieren op wildedierenmarkten in Azië. Op dergelijke markten worden veel verschillende wilde diersoorten levend bij elkaar gebracht. Hiermee worden omstandigheden geschapen waaronder virussen gemakkelijk van één diersoort naar een andere kunnen overspringen, en gemakkelijk van dier naar mens kunnen overspringen.
In 2002 waren de eerste mensen met SARS-coronavirusinfectie verbonden met wildedierenmarkten. Ook de uitbraak van 2019-nCoV lijkt te zijn begonnen op een wildedierenmarkt, de Huanan Wholesale Seafood Market in Wuhan, waar behalve vis ook veel wilde zoogdieren en vogels werden verkocht. Overigens werden in de Huanan Wholesale Seafood Market afgelopen winter geen vleermuizen gevonden.
Antwoord: Hoewel een groot deel van de eerste 2019-nCoV infecties bij mensen te maken had met de Huanan Wholesale Seafood Market in Wuhan, worden mensen nu ook besmet door contact met geïnfecteerde mensen. Het is deze eigenschap van mens-tot-mens besmetting die zorgwekkend is, omdat het virus zich daardoor verder kan verspreiden in de humane populatie. Deze besmetting vindt waarschijnlijk plaats door vochtdruppeltjes met virus in te ademen, en mogelijk door besmette voorwerpen zoals deurknoppen aan te raken. Daarom worden mensen bij wie 2019-nCoV infectie is vastgesteld, of die verdacht zijn van 2019-nCoV infectie, in isolatie geplaatst, zodat ze andere mensen niet kunnen infecteren.
Antwoord: Nee, 2019-nCoV is niet gevonden in vleermuizen in Nederland, ondanks dat vleermuizen uitgebreid zijn bemonsterd voor virologie in de afgelopen jaren. Op basis van genetisch onderzoek lijkt het 2019-nCoV het meeste op coronavirussen die gevonden zijn in monsters van een soort hoefijzerneus (Rhinolophus affinis) die bemonsterd is in Yunnan provincie, China. Deze vleermuissoort komt wijd verspreid voor in Zuid- en Zuidoost-Azië, maar niet in Europa.
Antwoord: Nee, in het algemeen niet. Er zijn in Nederland geen gevallen bekend van mensen of dieren die ziek zijn geworden door contact met vleermuizen. Vleermuizen in spouwmuren, onder daken of op zolders vormen geen gevaar voor mensen.
Het enige bekende risico is de mogelijke aanwezigheid in twee vleermuissoorten (laatvlieger Eptesicus serotinus; meervleermuis, Myotis dasycneme) van een virus dat hondsdolheid (rabiës) veroorzaakt. U kunt zo’n infectie alleen oplopen door direct contact met besmette vleermuizen, zoals een beet van een vleermuis. U kunt dus geen infectie oplopen wanneer u in dezelfde ruimte bent als een vleermuis, of als er buiten vleermuizen bij u in de buurt vliegen. Wel is het van belang om voorzichtig te zijn met vleermuizen die op de grond worden gevonden, en deze dieren niet aan te raken of op te pakken met blote handen.
Tekst: Prof. Thijs Kuiken1, Lineke Begeman1, Marcel Schillemans2 en Erik Korsten2
1 Eramus MC - Viroscience / 2Zoogdiervereniging.
Deel dit bericht over vleermuizen en het corona virus:
Deel dit artikel met je vrienden: